De flamingo is uitgegroeid tot hét symbool voor Bonaire. Deze oranjeroze vogels tref je op verschillende plekken op het eiland aan in de natuur, maar ook op veel andere manieren zul je met de flamingo geconfronteerd worden. Zo zie je deze prachtige dieren op gevels, in souvenirs en in namen. Zo heeft de internationale luchthaven van Bonaire twee namen: Bonaire International Airport en Flamingo Airport. Dat de flamingo zo onlosmakelijk met Bonaire verbonden is ligt vooral in het feit dat dit eiland één van de slechts vier natuurlijke broedplaatsen ter wereld is voor flamingo’s. Het zal dan ook niemand verbazen dat de flamingo een beschermde status heeft. De leef- en broedplekken van de flamingo’s zijn verboden terrein voor mensen. De flamingo is van nature een schuw dier. Op het moment dat zij zich in gevaar voelen of zich niet op hun gemak voelen dan vluchten ze. Als dit te vaak gebeurt dan voelt hun eigen thuis niet meer goed aan en keren ze uiteindelijk misschien niet meer terug.
De flamingo heeft slechte tijden gekend op Bonaire. De populatie was uiteindelijk afgenomen naar ergens tussen de 1200 en 1600 exemplaren. Op dat moment is de overheid samen met Akzo Nobel, de toenmalige eigenaar van de zoutpannen waar de flamingo’s leven, de juiste inspanningen verricht om de flamingo te beschermen. Doel was om de populatie toe te laten nemen. Omdat niet alle flamingo’s permanent op Bonaire verblijven en het niet zo eenvoudig is om het aantal dieren te turven, weet men niet exact hoeveel Caraïbische flamingo’s er tegenwoordig op Bonaire leven. Schattingen lopen uiteen van enkele duizenden tot meer dan vijftienduizend.
Er zijn verschillende soorten flamingo’s. In Bonaire is het de Caribische flamingo die je aan zult treffen. De Latijnse benaming is de Phoenicopterus ruber. Andere namen voor deze flamingosoort zijn de Rode flamingo, de grote flamingo of de Cubaanse flamingo. Gemiddeld worden deze flamingo’s 120 tot 145 lang en hebben volwassen dieren een gewicht dat tussen de 2 en 4 kilo hoort te liggen. De grootte verraadt vaak het geslacht van het dier. De mannelijke flamingo is wat groter dan het vrouwelijke exemplaar. Verder zijn er geen uiterlijke verschillen tussen beide seksen.
Het voer van de flamingo bestaat uit kreeftachtige dieren en algen. In de algen zit de stof carotenoïde. Deze stof zorgt ervoor dat flamingo’s hun bijzondere kleur krijgen. Jonge flamingo’s zijn dan ook grijs. Zij verkleuren naarmate ze ouder worden, omdat hun lichaam dan meer carotenoïde binnen gekregen heeft.
Kenmerkend voor de flamingo is niet alleen de kleur. Ook de kromme snavel en de lange poten zijn duidelijke eigenschappen voor de flamingo. Het lopen lijkt daardoor vaak wat wankel te gaan. Het vliegen gebeurt gracieus met gestrekte poten en een flinke spanwijdte. Reken op pakweg anderhalve meter tussen de twee vleugelpunten als de flamingo in de lucht hangt. Als je ze hoort dan denk je dat er ganzen in de buurt zijn. Het geluid van de flamingo heeft daar enorm veel van weg.
Ook het op één poot staan is een opvallend kenmerk van de flamingo. Dat doen ze vrijwel zeker om de temperatuur van het lichaam te regelen. Als ze met beide poten in het water staan dan zouden ze te snel afkoelen. Toch zie je ook wel flamingo’s op twee poten staan. Wie echter goed oplet (als je daar de kans toe krijgt) die zal zien dat dit zelden voor lange tijd is. De dieren schijnen door een bepaald mechanisme in de poten ook beter te kunnen staan op één poot dan op twee poten. Het op één poot staan heeft nog een voordeel. Mocht de flamingo ondanks de vliezen tussen de poten toch in de modder wegzakken, dan hebben ze de andere poot over om los te kunnen raken.
Eigenlijk kun je het eiland Bonaire niet verlaten voordat je tenminste één flamingo hebt gespot. Wie in zijn hotel, appartement of vakantiewoning blijft die zal daar waarschijnlijk niet in slagen. Op het moment dat je er op uit trekt, is die kans veel groter. Er zijn verschillende plekken op Bonaire waar je concentraties aan flamingo’s aantreft of waar je kleine groepjes met flamingo’s kunt zien. Incidenteel kun je ook buiten deze locaties een flamingo spotten, maar dan is er vaak iets aan de hand. Vaak betreft het dan dieren die gedesoriënteerd, vermoeid of uitgehongerd zijn. Zo hebben wij een eenzame jonge flamingo door de branding zien lopen op No Name Beach op Klein Bonaire. Ook hebben we een zwemmende flamingo vlak bij ons in de buurt gezien op één van de snorkelspots aan de westelijke kant van het eiland.
De beste plek om de flamingo in het wild te spotten is in het zuiden van Bonaire. Daar houden de dieren zich vooral op in het Pekelmeer en de omringende zoutpannen. Het is hier niet toegestaan om vanaf de weg landinwaarts te lopen. Om de dieren goed te zien is een verrekijker handig. Wil je ze fotograferen dan is het gebruik van een telelens aan te raden. Ze staan vaak wel in groepjes, maar je kunt ook individuele dieren spotten. Hoe dichter bij de weg, des te kleiner de groep vaak is. Vaak betreft het dan slechts één of enkele flamingo’s.
Als je de flamingo’s vliegend wilt spotten dan moet je vroeg je bed uit. In de vroege ochtend, vlak na zonsopkomst, vertrekken groepjes flamingo’s van Bonaire naar Venezuela om zich daar te voeden. Later op de dag keren ze weer terug. Gemiddeld genomen moet je vanaf ongeveer tien minuten na de officiële zonsopkomst al klaar staan op één van de kleine parkeerplaatsjes die aangelegd zijn tussen de rode slavenhuisjes (die tegenwoordig okergeel zijn) en de vuurtoren. Het is afhankelijk van de wind welke route ze exact pakken. Soms zie je verschillende groepen verschillende routes nemen, maar ze pakken vrijwel altijd een vliegroute die tussen deze twee punten ligt. Bij een hardere wind moet je vaak dichter bij de slavenhuisjes staan, bij een wat mildere wind vliegen ze vaak wat meer vanuit het oosten naar Venezuela. De meeste flamingo’s vertrekken tussen 15 en 30 minuten na zonsopkomst.
Een tweede plek om de flamingo te zien is rond Lac. Het mangrovegebied van dit meer is een geliefde plek voor de flamingo om te vertoeven. Vaak zie je geen grote aantallen tegelijkertijd en soms moet je geluk hebben dat je ze kunt zien. Je mag ook hier niet van de weg af.
De derde goede locatie om flamingo’s te spotten is het Gotomeer in het noordwesten van Bonaire. Je kunt ze vaak zien vanaf het uitzichtpunt dat hier aangelegd is, maar ook iets noordelijker langs de doorgaande weg kun je geluk hebben.
Plek nummer vier om de elegante flamingo te zien is het Washington Slagbaai Nationaal Park. Je hebt een STINAPA E-ticket nodig om het park in te mogen. Als je die nog niet hebt kun je deze hier aanschaffen bij de entreepoort. De flamingo laat zich hier op verschillende plekken zien. De beste plek is Saliña Slagbaai, net achter Boka Slagbaai. Dit is waar de gele huisjes staan. Omdat je hier wel een stukje vanaf de parkeerplaats het terrein op mag lopen, kun je de flamingo’s soms van iets dichterbij zien. Let hier wel op de bordjes die aangeven waar je niet meer mag komen.